Toekomstig lijden is lijden dat er nog niet is, maar wel kan komen en waar de patiënt bang voor is. Bij dementie kan er bijvoorbeeld angst zijn voor afhankelijkheid en verlies van autonomie. Het is belangrijk dat de patiënt praat over deze angsten. Dit kan met u als arts, maar ook met een psycholoog of geestelijke verzorger. Vragen die aan de orde kunnen komen, zijn:
- Waar is de patiënt bang voor en waarom? Kan die angst worden weggenomen?
- Wat wil de patiënt beslist niet (meer) meemaken? Heeft de patiënt ervaring met de gevreesde toekomst, bijvoorbeeld omdat hij dit van nabij heeft meegemaakt?
Er zijn verschillende soorten lijden. Er is lijden dat de patiënt op dit moment ervaart, zoals pijn, benauwdheid of angst. Vragen die bij het actuele lijden aan de orde kunnen komen, zijn:
- Hoe beschrijft de patiënt op dit moment zijn lijden? Welke lichamelijke, psychische, sociale en existentiële problemen spelen er? En hoe ervaart hij deze klachten en problemen?
- Wat kan de patiënt als gevolg van zijn ziekte wel en niet meer doen? En wat betekent dit voor hem?
- Welke zorg en ondersteuning krijgt de patiënt? En hoe ervaart hij dit?
- Welke vragen houden de patiënt bezig? En wat is daar voor hem de betekenis van?
- Wanneer wordt het lijden ondraaglijk? En wat betekent dit voor hem?
- Wat betekent het lijden voor de patiënt? Soms ontlenen mensen waarde aan het lijden, hoe is dat voor deze patiënt?
- Zijn er mogelijkheden om het lijden te verlichten? En in hoeverre zijn deze mogelijkheden voor hem acceptabel?
Ervaringsverhalen artsen
Met palliatieve zorg kunt u veel voor iemand betekenen in de laatste fase. Deze zorg geeft veel artsen daarom voldoening, maar het kan ook zwaar zijn. Verschillende artsen vertellen over hun eigen ervaringen en emoties.
Lijden is een persoonlijke ervaring en voor iedereen anders. Lijden kan bestaan uit lichamelijke klachten zoals pijn, jeuk, misselijkheid of benauwdheid. Er kan ook sprake zijn van psychisch, sociaal of existentieel lijden. Palliatieve zorg is gericht op het verlichten van het lijden in de brede zin van het woord, en op sterven op een manier die past bij de eigen waarden, wensen en voorkeuren. Om te weten welke palliatieve zorg bij de patiënt past, is het belangrijk te weten welk lijden hij nu ervaart en welk lijden hij in de toekomst vreest.
Toekomstig lijden is lijden dat er nog niet is, maar wel kan komen en waar de patiënt bang voor is. Bij dementie kan er bijvoorbeeld angst zijn voor afhankelijkheid en verlies van autonomie. Het is belangrijk dat de patiënt praat over deze angsten. Dit kan met u als arts, maar ook met een psycholoog of geestelijke verzorger. Vragen die aan de orde kunnen komen, zijn:
- Waar is de patiënt bang voor en waarom? Kan die angst worden weggenomen?
- Wat wil de patiënt beslist niet (meer) meemaken? Heeft de patiënt ervaring met de gevreesde toekomst, bijvoorbeeld omdat hij dit van nabij heeft meegemaakt?
Ervaringsverhalen artsen
Met palliatieve zorg kunt u veel voor iemand betekenen in de laatste fase. Deze zorg geeft veel artsen daarom voldoening, maar het kan ook zwaar zijn. Verschillende artsen vertellen over hun eigen ervaringen en emoties.
Er zijn verschillende soorten lijden. Er is lijden dat de patiënt op dit moment ervaart, zoals pijn, benauwdheid of angst. Vragen die bij het actuele lijden aan de orde kunnen komen, zijn:
- Hoe beschrijft de patiënt op dit moment zijn lijden? Welke lichamelijke, psychische, sociale en existentiële problemen spelen er? En hoe ervaart hij deze klachten en problemen?
- Wat kan de patiënt als gevolg van zijn ziekte wel en niet meer doen? En wat betekent dit voor hem?
- Welke zorg en ondersteuning krijgt de patiënt? En hoe ervaart hij dit?
- Welke vragen houden de patiënt bezig? En wat is daar voor hem de betekenis van?
- Wanneer wordt het lijden ondraaglijk? En wat betekent dit voor hem?
- Wat betekent het lijden voor de patiënt? Soms ontlenen mensen waarde aan het lijden, hoe is dat voor deze patiënt?
- Zijn er mogelijkheden om het lijden te verlichten? En in hoeverre zijn deze mogelijkheden voor hem acceptabel?
Lijden is een persoonlijke ervaring en voor iedereen anders. Lijden kan bestaan uit lichamelijke klachten zoals pijn, jeuk, misselijkheid of benauwdheid. Er kan ook sprake zijn van psychisch, sociaal of existentieel lijden. Palliatieve zorg is gericht op het verlichten van het lijden in de brede zin van het woord, en op sterven op een manier die past bij de eigen waarden, wensen en voorkeuren. Om te weten welke palliatieve zorg bij de patiënt past, is het belangrijk te weten welk lijden hij nu ervaart en welk lijden hij in de toekomst vreest.