Wil de patiënt na zijn overlijden organen of weefsel doneren? 
Als de patiënt orgaan of weefseldonor is, dan kunt u de volgende punten bespreken:

Weet u of de patiënt zijn lichaam na overlijden ter beschikking wil stellen aan de wetenschap en zijn de naasten hiervan op de hoogte? Mocht dit het geval zijn, bespreek dan het volgende met uw patiënt:

  • Wat het betekent voor het lichaam en voor de nabestaanden als de patiënt het lichaam na het overlijden aan de wetenschap ter beschikking stelt. Of als de patiënt zijn hersenen doneert aan de Nederlandse Hersenbank.

  • Wat de patiënt daarvoor moet regelen. Zie voor meer informatie de website van de Rijksoverheid.

Heeft de patiënt een wilsverklaring?
Een patiënt kan in een schriftelijke wilsverklaring vastleggen wat voor behandelingen hij wel (positieve wilsverklaring) of niet (negatieve wilsverklaring) wenst. Als de patiënt (op termijn) een euthanasieverzoek overweegt, is het verstandig om dit ook vast te leggen. Dit kan in een schriftelijk euthanasieverzoek. Tot slot kan een patiënt in een wilsverklaring iemand aanwijzen die hem vertegenwoordigt als hij wilsonbekwaam wordt.

Onderstaande punten kunnen ook aan de orde komen in het gesprek met de patiënt.

1.4 Overige bespreekpunten

Wil de patiënt na zijn overlijden organen of weefsel doneren? 
Als de patiënt orgaan of weefseldonor is, dan kunt u de volgende punten bespreken:

Weet u of de patiënt zijn lichaam na overlijden ter beschikking wil stellen aan de wetenschap en zijn de naasten hiervan op de hoogte? Mocht dit het geval zijn, bespreek dan het volgende met uw patiënt:

  • Wat het betekent voor het lichaam en voor de nabestaanden als de patiënt het lichaam na het overlijden aan de wetenschap ter beschikking stelt. Of als de patiënt zijn hersenen doneert aan de Nederlandse Hersenbank.

  • Wat de patiënt daarvoor moet regelen. Zie voor meer informatie de website van de Rijksoverheid.

Heeft de patiënt een wilsverklaring?
Een patiënt kan in een schriftelijke wilsverklaring vastleggen wat voor behandelingen hij wel (positieve wilsverklaring) of niet (negatieve wilsverklaring) wenst. Als de patiënt (op termijn) een euthanasieverzoek overweegt, is het verstandig om dit ook vast te leggen. Dit kan in een schriftelijk euthanasieverzoek. Tot slot kan een patiënt in een wilsverklaring iemand aanwijzen die hem vertegenwoordigt als hij wilsonbekwaam wordt.

Onderstaande punten kunnen ook aan de orde komen in het gesprek met de patiënt.

1.4 Overige bespreekpunten